Vaststellen wie begint als Oost (spelleider)

1. De speler die Oost heeft gekregen bij de vorige stap, werpt de dobbelstenen (dice in het Engels).
Hij telt dan af tegen de wijzers van de klok in, en begint daarbij met zichzelf.

2. De speler die op deze manier is aangewezen, werpt de dobbelstenen opnieuw en telt op dezelfde wijze af.

De speler die op door deze tweede worp is aangewezen, wordt Oost oftewel spelleider tijdens het eerste spel.
1. Voorbeeld: Speler "B" gooit 7

Al tellend komt men uit bij "A"
 
2. Speler "A" gooit nu 8, zodat men uitkomt bij "C"

Hierdoor begint "C" als Oost
 

 

Oost bepaalt de wind van de andere spelers

Bij elke plaats aan tafel hoort een windrichting. De spelleider is altijd Oost.

 

1.Speler  C is de eerste spelleider geworden, hij is dus Oost.






2. De 3 resterende windrichtingen worden toegewezen aan de drie andere spelers, tegen de wijzers van de klok in, in de volgorde Zuid-West-Noord.

Nota Bene: Er zijn ook andere manieren om de plaatsen aan tafel te bepalen c.q. wie Oost wordt. De EMA-spelregels gaan uit van een ander ritueel.