Goudse stroopwafels in Tokio

KyotoKarakter 7

Mijn laatste en belangrijkste geschenk aan de internationale mahjongwereld: ik neem de zelfgekozen opdracht op me om een wereldkampioenschap riichi van de grond te krijgen. Maar hoe kan dat lukken als de Japanse mahjongbonden niet met elkaar kunnen opschieten? Deel 7 van mijn mahjong-geschiedenis: 'Mission completed!'

 

stempelmahjongnews

DE HITTE VAN DE DAG, buiten en bijna voorbij inmiddels, gloeit nog wat na. Overal om ons heen lachende en buigende mensen. De vrouwen in uitbundige Chinese jurken, de mannen bijna allemaal in donkere pakken, witte overhemden, vaak zonder stropdas. We staan in de rij om onze gelukwensen en geschenken aan te bieden aan Shigekazu Moriyama. Multimiljonair en sinds kort president van de Japan Professional Mahjong League (JPML). Dicky en ik zijn vorige week speciaal naar de Koninklijke Porceleyne Fles in Delft gereden om een tulpenvaas van Delfts blauw porselein  voor hem te kopen. Daarna, in Gouda, tien pakken kakelverse Goudse stroopwafels, een traktatie voor elke Japanner, hebben we gehoord.

Het is dinsdag 4 juni 2013. Deze ochtend zijn we aangekomen in Tokio, na een vliegreis van elf uur. Een vriendelijke man op luchthaven Narita houdt een bordje ‘Mr. Rep’ omhoog. Op de vragen die ik hem stel, krijgen we alleen een beleefde lach als antwoord. Buiten valt de warmte op ons, gelukkig rijdt de man snel zijn auto voor. “Mercedes Benz, Number One”, zeg ik prijzend tegen hem. De chauffeur moet hard lachen. Ik denk omdat hij trots is op zijn Mercedes, tot ik zie dat het een Hyundai is. 

Eenmaal in de auto haalt hij een gelamineerd stuk papier tevoorschijn, waarop in het Engels staat dat hij geen Engels verstaat maar dat hij ons vriendelijk verzoekt hem het voucher te geven dat we in Nederland hebben gekocht voor deze rit naar Tokio. Over de autostoelen heeft hij kanten versieringen gelegd, die me herinneren aan de kleedjes die mijn moeder vroeger maakte voor de crapauds in de mooie kamer thuis. We leunen achterover, genieten van de koelte in de auto en kijken naar het drukke verkeer om ons heen.

gem-jenn

Voor de tweede keer zijn we in Japan. Elf jaar geleden, in november 2002, waren we er voor het eerste wereldkampioenschap mahjong. We zagen er veel mahjongstenen, maar weinig van het land. Nu gaan we er eindelijk samen tweeënhalve week vakantie houden. Maar eerst heb ik een belangrijke missie. Ik ga meneer Shigekazu Moriyama ontmoeten, de president van de Japan Professional Mahjong League. 

Na het succes van het Gouden Draak toernooi in Nijmegen, na de introductie van de Gezonde Mahjong Regels, na de organisatie van het eerste Open Europees Mahjong Kampioenschap en de organisatie van het eerste Europees Riichikampioenschap ontbreekt er nog maar één belangrijk internationaal mahjongevenement. Daarover ga ik praten met Moriyama-san. Het moet mijn laatste en belangrijkste geschenk worden aan de internationale mahjong-gemeenschap. Het wereldkampioenschap riichimahjong. 

Riichi is niet alleen mijn favoriete mahjongspelletje, het is ook verreweg de belangrijkste mahjongvariant in Japan. Miljoenen Japanners spelen het. Mijn mahjongvriendinnen Jenn Barr en Gemma Collinge noemen het de enige manier om mahjong te spelen, ‘the only way to play’.  Jenn en Gemma zijn twee gekke meiden, een Amerikaanse en een Engelse, die soms (Gemma) en permanent (Jenn) in Tokio wonen. Ze komen ons ophalen bij ons hotel om ons te vergezellen naar het feestje dat Moriyama-san vandaag organiseert in het Imperial hotel in Tokio. Niet om onze komst luister bij te zetten, maar om zijn benoeming tot president van de JPML te vieren.

Geen enkele reactie op mijn brieven

mahjong ladies

Deze reis moet de afronding worden van een project dat ik twee jaar eerder, in februari 2011, voorlegde aan de algemene ledenvergadering van de Nederlandse Mahjong Bond in IJsselstein. Op eigen verzoek kreeg ik daar de opdracht om onderzoek te doen naar de mogelijkheden van een wereldkampioenschap riichimahjong. Ik verzamelde een ondersteunings­groep om me heen met natuurlijk onder meer Sjef Strik en stuurde, inmiddels ook met steun van de Europese Mahjong Associatie, brieven aan Japanse mahjong­organisaties waarin ik mijn plannen uitlegde: wat zou het niet mooi zijn als er een zoveel-jaarlijks wereldkampioenschap zou komen in het mooiste mahjongspel, wat vind u van mijn idee en zullen we daarover eens overleggen?

Het Land van de Rijzende Zon ontving de brieven, glimlachte en zweeg. Er kwam geen enkel antwoord. Wel kwam een brief terug met de melding dat het adres niet klopte. Ik had een probleem. Zonder medewerking van Japan was een wereldkampioenschap een doodgeboren kindje.

Applaus voor de uitnodiging om naar Parijs te komen

We vallen op als westerlingen tijdens het feestje voor meneer Moriyama, of Moriyama-san, zoals de Japanners zeggen. Toch beginnen Japanners eraan te wennen dat westerlingen mahjong spelen. Jenn en Gemma kennen ze al langer. Die zijn zelfs lid van de JPML en verdienen een beetje geld met het spelen van mahjong. We maken vandaag ook kennis met Garthe Nelson, een in Tokio wonende Amerikaan, ook lid van de JPML.

Ik maak een buiging voor Moriyama-san als we eindelijk voor in de rij staan. Beleefd handen schudden is een westerse uitvinding. Maar Moriyama grijpt mijn hand en heet me hartelijk welkom. Goed om elkaar terug te zien, zeggen we beiden zonder dat we elkaars taal spreken. Vijf jaar geleden, tijdens het Europees kampioenschap riichimahjong, hebben we elkaar voor het eerst ontmoet, al had ik toen geen idee dat hij zo’n hoge functie in de JPML bekleedde. 

We lopen de grote zaal van het Imperial Hotel binnen. De tafels buigen door onder het gewicht van de schalen met heerlijk eten die Moriyama heeft laten aanrukken. Ik neem een met veel ijs en water aangelengd glas whisky. Er wordt getoast. “Kampai”, brullen wij met de honderden aanwezigen. 

Jenn komt naar me toe. “Moriyama-san zou het heel erg op prijs stellen als je een toespraak wil houden”, zegt ze. Ik voel me vereerd. Even later sta ik op het podium. Na Moriyama te hebben gefeliciteerd vertel ik dat ik vooral naar Japan ben gekomen om met  Moriyama-san te praten over het organiseren van een wereldkampioenschap riichi. Jenn vertaalt alles simultaan in het Japans. Als ik iedereen bij voorbaat uitnodig om straks voor het WK naar Parijs te komen, volgt een stormachtig applaus. 

ecr2009top3Twee dagen na de JPML-party zitten Shigekazu Moriyama en ik tegenover elkaar in een kamertje boven een restaurant in Tokio. We zijn in gezelschap van Jenn, Garthe en Gemma en Masao Kuroki, een lid van de JPML, die een internet mahjongserver runt. Ik heb me zo keurig mogelijk aangekleed als op een vakantie maar mogelijk is, met een splinternieuw colbert en mijn netste schoenen. Garthe zit naast Moriyama-san met slippers en in korte broek. Dicky is met haar boek beneden in het café gaan zitten en hoeft maar te kuchen of er staat een nieuw glaasje voor haar. “Special guest of Moriyama-san.”

Ik heb de uitgeschreven tekst voor mijn openingstoespraak voor me liggen. De vergadering zal ingewikkeld worden. Na mijn vergeefse introductiebrieven begreep ik dat de situatie in Japan op het gebied van riichimahjong nogal ingewikkeld is. Er zijn diverse bonden, die niet met elkaar op goede voet staan. Niemand wilde zijn vingers branden aan een WK Riichi. Bovendien vond kort nadat ik mijn onderzoek was begonnen, een aardbeving in Japan plaats, gevolgd door een tsunami die een kernramp veroorzaakte. Een WK Riichi was niet echt het belangrijkste waarop de Japanners op dat moment zaten te wachten. 

Japanners doen geen zaken met mensen die ze niet kennen

Het wordt nu tijd de naam te noemen van de man die de impasse doorbrak: Ryan Morris. Ik maakte kennis met Ryan op het WK in Tokio in 2002. Drie jaar later kwam hij naar Nijmegen voor het OEMC 2005. Ryan, een Amerikaans/Japanse mahjongspeler die in Tokio woont, kende mensen in de Japanse mahjongwereld die een brugfunctie zouden kunnen vervullen tussen de verschillende bonden. Ik maakte heel graag gebruik van zijn diensten. Ryans contacten bevestigden dat het houden van een WK in Japan onmogelijk is en dat het daarom een goede gedachte zou zijn het in Europa te houden. Bovendien, zo schreef hij, zou het beslist noodzakelijk zijn om naar Japan te komen voor besprekingen, want Japanners doen geen zaken met mensen die ze niet kennen.

Mahjong parlor
Shigekazu Moriyama (links) tijdens een training van JPML-leden in een mahjongparlor in Tokio.

In Europa!  Een snel onderzoek leerde me dat het in Nederland in ieder geval niet zou lukken. De locatie die het meest in aanmerking zou komen, het Okura Hotel in Amsterdam, was veel te duur, en na het OEMC in Nijmegen hadden we niet veel illusies meer over sponsoring. De Deense en Russische mahjongbond staken daarop hun vinger op en stelden Kopenhagen respectievelijk Moskou voor. Maar nu er eindelijk gesprekken met Japanners op gang begonnen te komen, bleek dat die slechts in één locatie geïnteresseerd waren: Parijs. De Japanners wilden best naar Europa komen voor een potje mahjong dat zij bij voorbaat al zouden winnen, maar ze zouden het vooral gebruiken als excuus voor een leuke vakantie op het oude continent. Maar dan wel een vakantie naar de Eiffeltoren, de Arc de Triomphe, de Moulin Rouge en de Notre Dame. Parijs dus.

In Parijs, of eigenlijk in de Parijse voorstad Puteaux, kende ik twee enthousiaste broers die de onderneming best op zich zouden willen nemen. Maar Valérian en Quentin Thomas van de Tri Nitro Tiles club hadden zo hun opvattingen over het toernooi. Ze wilden niet al te veel deelnemers, niet te veel sessies op één dag maar juist wel weer veel speeldagen. De EMA wees dit format af. Toen ik naar Japan afreisde, had ik alleen Kopenhagen en Moskou als alternatieve locaties achter de hand. 

In mijn toespraak zou ik duidelijk maken dat ik geen formele positie bekleed in de EMA maar dat ik op persoonlijke titel, als redacteur van Mahjong News, de missie op mij heb genomen om het eerste WK Riichi te initiëren. Dat daar natuurlijk medewerking van de Japanners voor nodig is; zij zijn immers de riichi-goden. Dat ik blij ben met het betoonde enthousiasme van de JPML. Ik heb een brief bij me van EMA-voorzitter Tina Christensen waarin ze bevestigt dat Martin Rep de formele opdracht van de EMA heeft om de mogelijkheden voor een WK Riichi te onderzoeken.

Een 'high five' met Gemma. 'Mission completed!'

Aan die zorgvuldig voorbereide toespraak kom ik niet toe. Moriyama-san is zeer zakelijk. “Hoe staat het ervoor?” steekt hij meteen van wal. Ik licht met enige aarzeling het inmiddels door de EMA afgewezen Franse voorstel toe. Moriyama is verrast. Japan komt met minstens veertig, misschien wel vijftig man naar Europa voor het WK, maakt hij duidelijk. Hij wil minstens vier sessies per dag spelen, en drie dagen spelen is echt genoeg, vier vindt hij te veel. Voor ons is het een leuk vakantiereisje, zegt hij, maar dan wel naar Parijs. En het volgende WK mag ook in Europa, het derde ook. Daarna kunnen we het wel eens in Japan houden. Bovendien moeten we het nog even over de spelregels hebben, want er zijn toch enkele verschillen tussen de Europese, door de EMA gesanctioneerde regels, en hoe we het in Japan spelen. 

Zijn enthousiasme voor het Europese WK is groot. Moriyama belooft ook dat hij zal proberen de andere Japanse mahjongbonden te benaderen, zodat er niet alleen JPML-spelers mee gaan doen. We zijn het snel met elkaar eens. Als we weer buiten staan na de bijeenkomst, grijnzen Gemma en ik naar elkaar: “Mission completed!”, en geven we elkaar een high five. Ze was al heel verrast door de positieve ontvangst van mijn toespraak tijdens de JPML-party, twee dagen eerder, toen ik het WK Riichi voor het eerst noemde. We mailen een positief rapport naar Parijs en de EMA.

matsumoto Mission completed, Dicky en ik kunnen beginnen aan onze vakantiereis door Japan. We verkennen Tokio, reizen naar Matsumoto en Kyoto en andere steden en keren twee weken later met de Shinkansen, de hogesnelheidstrein, voldaan terug naar Tokio. Daar krijgen we bericht van de Fransen. Ze zijn door de bocht. De Japanse wijzigingsvoorstellen zijn aangenomen. Het Wereld­kampioenschap Riichimahjong 2014 komt naar Parijs.

Moriyama-san wil ons nog één keer zien. Maar er hoeft niets meer besproken te worden. Hij trakteert ons in een uitstekend Koreaans restaurant. Tot volgend jaar in Parijs.