kersenbloementoernooi2011

Moderne tijden in mahjong. Ron of tsumo is oké, maar ippatsu - dat is een nee-nee. Voor mijn mahjong-maatje Sjef trouwens erger dan voor mij.

‘Komt Sjef soms ook?’ Buren kijken altijd bezorgd als ze zien dat bij ons de mahjongtafel de kamer wordt binnengedragen. Meestal zetten ze alvast uit voorzorg het NOS Journaal wat harder. Sommige buren hebben hun vaste bioscoopavond gepland op de dag waarop bij ons riichi wordt gespeeld.
Jaren geleden hebben Sjef en ik samen riichi geleerd, lang voordat wij ooit een mahjong spelende Japanner van dichtbij hadden gezien. Wij staken het nodige op van Frans Roquas - God hebbe zijn ziel - maar vooral ook van het softwaregame ‘Shanghai - Second Dynasty’. Bijzonder spectaculair uitgevoerd! Als iemand een pung draken claimde, kwam een vuurspuwende draak in beeld, als een Dora werd weggegooid, hoorde je de storm loeien, en als iemand een pung claimde, brulde een soort samoerai keihard ‘PON’ uit de speakers van de pc.
Bij de game hoorde een handig boekje waarin alle yaku (verdubbelingen) waren beschreven. Het vormde een belangrijke bron van inspiratie voor de spelregels die we schreven voor de riichitoernooien die Sjef en ik vanaf 2000 elk jaar organiseerden.
Je kunt dus zeggen dat Shanghai - Second Dynasty mede de grondslag heeft gelegd voor het bloeiend riichi-leven in Nederland.


Het mooiste moment uit de game was als een van de spelers direct na een riichi-declaratie uitging. IPPATSU!!! klonkt het dan dreigend, maar ook juichend. Natuurlijk namen wij ook die kreet over, en hij heeft nadien talloze malen geschald op toernooien in de Leusdense boerderij Groot Krakhorst - net als Frans Roquas inmiddels helaas ook van de aardbodem verdwenen.
Niemand deed dat zo mooi als Sjef. Bij tsumo brak hij al het Nijmeegs decibellenrecord, maar bij IPPATSU werd de pijngrens geregeld overschreden. Pas als je jezelf veilig in een bioscoop had verschanst, ontging je deze triomfkreet.
Maar Sjef zwijgt voortaan in alle talen. Nooit zal hij meer ippatsu roepen.
Dat zit zo.


Op het laatste Kersenbloesem Toernooi zat een van de Nederlandse deelneemsters aan een tafel met een Deense speler. Ze had net riichi gedeclareerd, en een van de spelers gooide meteen de steen weg waarop zij zat te wachten. IPPATSU, riep zij vrij zacht, want ze is beschaafd.
Verbaasd stak de Deen zijn hand in de lucht. ‘Referee!’
Hij kreeg uitgerekend met Sjef, zeg maar Ippatsu-san, te maken.
‘Dit is een foute declaratie’, zei de Deen (in het Engels).
‘Wat heb ik nou aan me fiets hangen’, zei Sjef (in het Engels).
‘Je moet ron zeggen of tsumo’, zei de Deen (in het Engels). ‘Geen ippatsu.’
‘Kiss my ass”, zei Sjef (in het Nederlands).
Om een lang verhaal kort te maken: we bladerden heel wat heen en weer in de EMA-spelregels (die we nota bene zelf hebben helpen schrijven). Er staat inderdaad niet in dat je ook ippatsu mag roepen. Sjef en ik werden op het matje geroepen bij de EMA. We beloofden beterschap: nooit zullen we meer het I-woord roepen.
Onze buren vinden dat niet zo erg.